Eén op drie zelfstandigen is een vrouw, voor de vrije beroepen is dat meer dan vier op tien. Ondersteunende maatregelen zoals flexibele kinderopvang en huishoudhulp zijn echter meer dan welkom voor deze bezige vrouwen .
[ad#ad1]
In de groep van vrije beroepen is meer dan veertig procent vrouwelijk. In geen enkele andere zelfstandigensector is het aandeel van vrouwen zo groot. Tot de leeftijd van 30 jaar zijn vrouwen zelfs in de meerderheid.
De vervrouwelijking in het vrije beroep is daarenboven op tien jaar tijd toegenomen met 76,5 procent. Zelfs in de traditionele ‘mannenbastions’ van de economische en juridische beroepen is al ongeveer één op drie een vrouw. Bij de advocatuur is dat meer dan vier op tien.
Met meer dan 70 procent zijn vrouwen het sterkst vertegenwoordigd in de paramedische sector, o.a. kinesitherapeuten en verpleegkundigen.
Vooral in ‘mannelijke’ beroepen als gerechtsdeurwaarders, notarissen en architecten kwamen er meer vrouwen bij, respectievelijk 74,1 procent, 60 procent en 67,7 procent. De sterkste stijging was er bij dierenartsen met 113,5 procent.
Ze kunnen het niet alleen
Globaal gezien is meer dan een derde of 35 procent van alle zelfstandigen een vrouw. Opgesplitst in hoofd- en bijberoep is het aandeel van vrouwelijke ondernemers telkens ongeveer drie op tien. Een kwart van alle zelfstandigen actief die na hun pensioen actief zijn, is eveneens een vrouw. Het aandeel vrouwen in bijberoep nam sinds 2000 met 11 procent toe.
Opvallend in alle sectoren is dat veel vrouwen na verloop van tijd hun zelfstandige activiteit stopzetten. Die uitstroom is onder meer te wijten aan de moeilijke combinatie tussen werk en gezin. Meer ondersteuning in de vorm van huishoudhulp en kinderopvang is wenselijk. Flexibiliteit is belangrijk in verband met de a-typische werkuren van sommige zelfstandige vrouwen.
Daarnaast weten veel vrouwen niet dat ze na de bevalling recht hebben op 105 gratis dienstencheques die ze ten laatste 15 weken na de bevalling moeten opnemen.
Maar meer nog dan voor vrouwen die in dienstverband werken, zal de passie voor het vak de lacunes op andere terreinen moeten compenseren. Ook zal de ondersteuning die de partner of familie levert, bepalen of de situatie houdbaar is of niet. Tenslotte is een aantal zelfstandige activiteiten min of meer met de persoon die ze uitoefent verbonden, niet evident om zich te laten vervangen dus.
[ad#ad3]