dinsdag 5 juli 2011 – (Marleen De Geest) – Er is leven naast het werk en Nederlanders geven daarin het voorbeeld. Paren werken er dikwijls in het ‘anderhalfverdienmodel’ waarbij de man voor het grootste deel van het inkomen zorgt. Iedereen is dik tevreden al valt een nieuwe trend te ontwaren, bij steeds meer koppels telt de werkweek voor beide partners vier dagen.
[ad#ad1]
De man werkt overwegend voltijds terwijl de vrouw vier en soms slechts drie dagen werkt, Nederlanders noemen dat het ‘anderhalfverdienmodel’. Het Centraal Bureau voor Statistiek berekende dat 43 procent van de paren in Nederland er voor kiest, een forse toename in vergelijking met het begin van de jaren ’90 toen slechts 23 procent van de koppels in dat werkschema zat.
De mannen en vrouwen in kwestie zijn trouwens het meest tevreden met hun werkformule. Slechts drie procent van de mannen in het anderhalfverdienmodel wil ook deeltijds werken. Amper twee procent van de vrouwen zou voor een voltijds baan gaan mocht ze de kans krijgen.
In relaties waarin het werkschema anders ligt zijn zowel mannen als vrouwen minder tevreden. Twaalf procent van de mannen die er voltijds werkt wil eigenlijk een deeltijdse baan en zeventien procent van de vrouwen die deeltijds werkt wil liever voltijds.
Hoogleraar demografie aan de universiteit van Amsterdam Jan Latten commentarieert de cijfers met de vaststelling dat Nederlandse vrouwen de stap naar de arbeidsmarkt via deeltijds werk zetten.
Of ze tot een voltijdse baan komen, is zeer de vraagt want de onderliggende trend is dat steeds meer koppels kiezen voor de vierdagenweek voor beide partners. Een klein groepje mannen kiest zelfs al voor een drievierde baan en het aantal koppels waarin beide voltijds werken stijgt al sinds twintig jaar niet meer.
Vrouwen aan de top
Parallel hiermee streeft de Stichting Talent naar de Top, een initiatief van overheid en bedrijfsleven, naar meer vrouwen in leidinggevende functies. De stichting meldt dat bij de ondertekenaars van het charter Talent naar de Top het aantal vrouwen in de hogere bedrijfssferen gemiddeld met 7,5 procent toenam. Bij financiële instellingen en verzekeraars bedraagt het aandeel vrouwen aan de top bij de ondertekenaars zestien procent tegen zes procent bij de niet-ondertekenaars.
De stichting is dan ook vol vertrouwen dat de doelstelling van 21 procent vrouwen aan de top tegen 2013 wordt gehaald. De diversiteit in organisaties heeft veel te winnen bij initiatieven van de organisaties en de externe monitoring door de stichting. Bovendien, als beide partners deeltijds werken vormt deze formule niet langer een rem op de doorgroeimogelijkheden. Of dat idee ook echt werkelijkheid wordt valt af te wachten.
[ad#ad3]