De tijd kan niet worden teruggedraaid. Maar zelf kun je wel terug gaan in de tijd, bijvoorbeeld door een jeugdboek te herlezen. Het is als terugkeren naar de oorsprong van je denkbeelden, of toch een niet onbelangrijk deel ervan.
Oude spullen bijhouden en er nooit nog een blik op werpen is vrij zinloos. Als ik de jeugdboeken al heb bewaard, is het omdat ik er bijzonder mooie herinneringen aan heb. Er staan er trouwens nog behoorlijk wat op de boekenplank al nemen de sympathieke pocketuitgaven niet gek veel plaats in.
Als het gemoed alleen iets simpels en moois verdraagt, pik ik er eentje uit. Want zoveel is wel zeker, de jeugdboeken uit die ‘veelbelovende’ jaren ’60 waren vrij rechttoe rechtaan verhalen die overduidelijk op een happy end afstevenden. Een ontknoping waar elk personage beter van werd en zelfs de lezer een goed gevoel gaf, op een beetje spijt na dat het boekje uit was.
Natuurlijk kwamen er vreselijke dingen in voor. Zo speelden de avontuurlijke verhalen van Malcolm Saville zich tijdens de tweede wereldoorlog af. De vader van de kinderen waagde als RAF piloot zijn leven en de rest van het gezin was naar het platteland verhuisd vanwege de Blitz in Londen. Of de kinderen hadden een ouder verloren. Maar dit geheel terzijde, ze hadden het steevast gezellig in Shropshire en ook de volwassenen leken de dagen niet tobberig door te brengen. Iets wat mij bij het herlezen bijzonder vreemd voorkomt maar wat me als jong lezertje niet onwaarschijnlijk leek. Leven bij de dag was niet eens zo moeilijk. En zeker is dat de glooiende groene omgeving iedereen goed deed, bij uitbreiding ook de lezer.
De pockets worden ontsierd door afschuwelijk lelijke illustraties (op de kaft na) maar dat wordt dan weer goedgemaakt door de mooie stijl van Enright zelf. Haar figuren spelen in een ietwat melig en truttig verhaal. Maar soms is het een verademing om te lezen hoe welopgevoed kinderen kunnen zijn, hoeveel interesses ze koesteren en wat ze op jonge leeftijd al aan culturele bagage verzamelden. En hoe laconiek en tegelijk respectvol volwassenen kunnen zijn.
‘Steven maakt zich ongerust omdat zijn tanden niet uitvallen’, vertelde Portia. ‘Wel,wel, dat is een nieuw gezichtspunt’, zei meneer Payton, terwijl hij met zijn duim de tabak in zijn pijp aandrukte. ‘Verschillende mensen hebben verschillende moeilijkheden’, dat is een feit.
Behalve dat moet Elisabeth Enright een benijdenswaardige kennis hebben gehad van bloemen, planten en dieren. Ze schreef over boomklevertjes in de vorm van torpedo’s, de witgesterde blauwborst en kippen op het erf met hun eeuwige zelfbeklag en regendaggeluidjes.
‘Wildplukken’ was nog lang geen nieuwe trend maar een oude gewoonte.
Geïdealiseerde verhalen, zeer zeker. Maar is het niet leuk om tussen voor- en achterflap van een boekje van onverstoorde tevredenheid te genieten, heimwee te hebben naar een wereldje waarin de personages onrust tot buiten die grenzen kunnen terugdringen.
De boeken staan haaks op de zenuwachtige ‘alles kan en moet worden gezegd en geschreven cultuur’ van vandaag. Een enkele keer mogen ze wat mij betreft even als antidotum dienen, omdat kalmte een goede raadgever is.