Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen publiceerde zopas zijn activiteitenverslag 2011. Daaruit blijkt dat steeds meer mensen discriminatie en seksisme melden en hun ervaringen niet blauw blauw wensen te laten.
[ad#ad1]
In 2011 kreeg het Instituut 429 oproepen via zijn gratis nummer 0800/12.800. In totaal registreerde het 301 meldingen, waarvan 110 informatieaanvragen en 191 klachten. Het Instituut stelt een sterke stijging van het aantal klachten vast, 47 procent meer in vergelijking met het jaar daarvoor. Ook een vijfde meer mensen vroeg om informatie.
Er werden 183 meldingen vanwege vrouwen en 89 meldingen afkomstig van mannen geregistreerd. Dit verschil stemt overeen met hoe de samenleving de problematiek aanvoelt. Maar vooral met de realiteit die het Instituut regelmatig vaststelt in zijn onderzoeken, vrouwen zijn vaker het slachtoffer van discriminatie op grond van geslacht dan mannen.
Vrouwen worden het meest gediscrimineerd op het werk, tweeënhalf keer zoveel als mannen en deze vaststelling keert ieder jaar terug.
Het Instituut stelde ook een verzesvoudiging vast van de klachten over pesterijen omwille van zwangerschap, moederschap of geslacht in vergelijking met 2010. Dat wil zeggen dat vrouwen vaker en flagranter slachtoffer zijn van discriminatie op grond van geslacht, omwille van een zwangerschap, tijdens de zwangerschap of bij hun terugkeer uit moederschapsverlof.
In 2010 bracht het Instituut de studie ‘Zwanger op het werk, de ervaringen van werkneemsters in België’ uit. Die toonde aan dat 76,6 procent van de vrouwen wordt geconfronteerd met minstens één vorm van discriminatie die verband houdt met zwangerschap. Op schaal van de Belgische bevolking is het dus logisch om ervan uit te gaan dat de klachten die binnenkomen bij het Instituut slechts het topje van de ijsberg vormen.
Neiging om problemen te minimaliseren
Dat die discriminaties in onze samenleving nog voorkomen en dat de slachtoffers geen klacht indienen, komt deels doordat het voor hen, evenals voor de daders, nog altijd moeilijk is zich ervan bewust te zijn dat ze met discriminatie te maken hebben, zelfs wanneer het om directe discriminatie gaat.
Directe discriminatie is deze die tegen een bepaalde persoon is gericht terwijl indirecte discriminatie ogenschijnlijk genderneutraal kan zijn. Bijvoorbeeld wanneer een opleiding slechts voorzien wordt voor voltijds werkenden terwijl de meeste deeltijds werkenden vrouwen zijn.
In de studie uit 2010 zag slechts 53 procent van de vrouwen die minstens één vorm van discriminatie hadden ervaren dat ook echt als een probleem. De stereotiepe rollen van vrouwen en mannen, vooral wanneer het om moederschap gaat, zijn zo diep verankerd in onze samenleving dat discriminatie in dit gebied wordt geminimaliseerd of zelfs als normaal wordt gepercipieerd.
Meldingen met betrekking tot reclame zijn meer dan verdrievoudigd in 2011. Niemand wordt persoonlijk geviseerd en dus wordt er in de publieke opinie niet zwaar aan getild. Toch werkt het Instituut samen met de Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame om stereotiepe voorstellingen van vooral vrouwen tegen te gaan. Meldingen aangaande seksisme zijn meer dan verdubbeld. Ook het aantal klachten in het domein ‘sociale zekerheid’ is verdubbeld, hieronder vallen klachten betreffende het onderscheid tussen het pensioen voor vrouwen en voor mannen. Tevens kan het gaan over gezondheidskosten die anders worden terugbetaald aan vrouwen dan aan mannen omwille van het feit dat een bepaalde ziekte meer voorkomt bij de een dan bij de ander.
Het activiteitenverslag 2011 van het Instituut kan gratis gedownload worden
[ad#ad3]