De goede berichten over economie en financiën zijn de wereld uit. Wat mensen op de duur het idee geeft dat we nooit meer van de crisis af raken. In dat geval moeten we minstens proberen om ze te begrijpen, wie weet leidt dat wel naar een remedie. De Italiaanse filosoof Giorgio Agamben werpt een licht op ‘de tijd van het einde’ die we nu beleven.
[ad#ad1]
Het is altijd goed om naar je verleden te kijken als je het heden wil begrijpen, meent de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben. Daarom doet hij een soort van archeologisch onderzoek naar het oorsprong en evolutie van het kapitalisme. Europese mensen kunnen dat tenminste doen, in tegenstelling tot Amerikanen die enkel de vlucht vooruit lijken te kennen en Japanners die onverstoorbaar verder gaan met het thee ritueel, ook als het einde al is ingezet.
Giorgio Agamben is een eigenzinnig man. Jurist van opleiding ging hij later colleges volgen bij Heidegger. Als tegengif nam hij een flinke dosis in van de Duits-Joodse filosofen Hannah Arendt en Walter Benjamin. Van die laatste vertaalde hij het filosofisch oeuvre naar het Italiaans zodat het in zijn land kon verschijnen.
Om de huidige crisis te ontwarren, mentaal dan toch, werkt Agamben met de hypothese van Benjamin. Wat als het kapitalisme een religie was? Deze gedachte gaat een stap verder dan de bewering van de socioloog Max Weber, die stelde dat het bij het kapitalisme om een secularisering van de religie ging.
Benjamin is een stuk radicaler, zo vindt Agamben, volgens hem is kapitalisme de meest absolute religie die er ooit was. Kapitalisme heeft er alle kenmerken van. Het is niet echt gebaseerd op een theologie, een studie van een god of geloof, wel op pure dogma’s. Kapitalisme vergt bovendien een permanente verering. Het volstaat niet dat je je zondagsplicht vervult, onophoudelijk eist het je op.
En wat het ergste is, je voelt altijd schuld.
Schuldencrisis
In de religie van het kapitalisme draait het allemaal om geloof. Wat anders is ‘credit’? Credit komt van het Latijnse credere, wat wil zeggen geloven.
Fides, trouw, is ook nooit ver weg. En in fiduciair geld vallen het geloof en de trouw samen.
De beslissing van de Amerikaanse president Nixon in 1971 om de US dollar los te koppelen van de goudstandaard lokte weinig reactie uit. Toch was het een belangrijke stap in de dematerialisatie van de economie. Papieren geld was niet meer gebaseerd op het bezit van goud, maar op vertrouwen. Sindsdien staat er op de bankbiljetten niet meer: “terugbetaalbaar voor goud”, maar “in God vertrouwen we”. Omdat geld niet langer op de goudstandaard gebaseerd hoefde te zijn, kon de Centrale Bank van Amerika geld bijdrukken zoveel ze wou om de schuldenberg te bestrijden.
De tegenstelling met het patriarchaal concept van kapitalisme, zoals zo fascinerend door Thomas Mann in ‘De Buddenbrooks’ beschreven, kon niet groter zijn. De welvaart van de verschillende generaties Buddenbrooks en zelfs van de gemeenschap om hen heen, hing af van de handel in graan op de beurs. Solvabiliteit was geen ijdel begrip.
Het kapitalisme van vandaag heeft zichzelf helemaal bevrijd van een object. Het gelooft in niets behalve in zichzelf.
Solvabiliteit werd losgelaten en wat rest is schuld. Een schuld die nooit wordt afgelost. Want de business vraagt om almaar te investeren in de toekomst en dus constant schuld op te bouwen. Geloof, in dit geval in geld, maakt iets reëel wat nog niet is.
Individuen en gezinnen gaan in die logica mee, ook zij storten zich in niet-aflatende hypotheken en kredieten. Banken en hun cliënten houden elkaar wederzijds in hun macht.
Abstract geld
Dat het geld nergens voor staat, beïnvloedt ook onze communicatie. Want er is een jargon voor het geloof in geld als abstractie, geld dat niet langer een substantie representeert. We zijn als mensen niet langer met de dingen verenigd, het geld heeft de band verbroken. Vermits er niet langer iets is om over te communiceren, komt ook de communicatie op zichzelf te staan. Ze wordt louter spektakel zonder inhoud.
Kapitalisme is een religie en zelfs een christelijke religie, gaat Agamben verder. De symbolen zijn meer dan ooit in onze maatschappij aanwezig.
Het kapitalisme waant zich oneindig maar gaat van crisis naar crisis. In de christelijke geloofsleer wordt op de dag van het laatste oordeel ook een nieuw begin aangekondigd. Ook wij beleven niet het einde der tijden, wel de tijd van het einde. Er is permanent crisis en er heerst in zekere mate een apocalyptische sfeer want het begint te dagen dat het nooit meer wordt wat het was.
Er is (nog) geen nieuw ‘archè, geen nieuw begin.
Zoals het atheïsme het christendom binnendrong, tast het ongeloof nu ook het financieel systeem aan. Het verloor zijn geloofwaardigheid. Het enige wat we kunnen doen is een diep begrijpen van de an-archè, zo meent Agamben, een opening om opnieuw te denken en de gekende paden te verlaten.
Bron: Giorgio Agamben op het Feest van de Filosofie, organisatie Hoger Instituut voor Wijsbegeerte KULeuven
[ad#ad3]