Trefzeker en genadeloos, met mededogen en liefdevol. Het kan alle kanten op met de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer. Altijd in een ietwat bombastische maar tot in de puntjes verzorgde taal, als ode aan de weelde van onze bedreigde cultuur. ‘Grand Hotel Europa’ is het relaas van de neergang van ons continent.
Als de Ilja Leonard Pfeijffer van het boek in Grand Hotel Europa aankomt, last hij allereerst een rookpauze in. Piccolo Abdul krijgt ook een sigaret en op de trappen van het majestueuze gebouw vatten ze een gesprek aan dat doorheen het hele boek wordt verdergezet. Abdul is de woestijn doorgetrokken en heeft in een overvol bootje een woeste zee overwonnen om in Italië aan te komen. Zijn lot is dat van talloze vluchtelingen die hun onleefbaar land verlaten om in ons werelddeel hun geluk te beproeven.
En Abdul heeft geluk. Want de majordomus van Grand Hotel Europa is hem genegen en zorgt voor hem als voor een zoon. Net als Ilja Leonard Pfeijffer die verderop in zijn geschiedenis ook voor Abdul opkomt.
De samenhang van alles
In Grand Hotel Europa blijkt dat werkelijk alles met alles samenhangt.
Op die plek ‘wonen’ mensen, ze resideren er langere tijd en gedragen zich als dusdanig. Zij noch de auteur hebben iets met toeristen te maken. Ze maken deel uit van het decor dat nostalgie naar een rijkelijk verleden ademt. De majordomus, de heer Montebello, is dat verleden en koestert het evenals zijn gasten. Met een gevoelige opmerkzaamheid voor elk onooglijk detail worden hun wensen vervuld, precies zoals dat vroeger in dergelijke luxe oorden het geval was.
Blijkt dat elk verleden verweven is met een ander verleden.
Ilja Leonard Pfeijffer verblijft in het Hotel om te bekomen van een abrupt afgebroken liefde en wel door er een boek over te schrijven. Daarin wil hij het ook over Venetië hebben en bij uitbreiding over heel Italië, waar kunstschatten te grabbel gegooid worden voor onverschillige toeristen.
Voor zichzelf hebben de toeristen allerlei vermeende redenen om te reizen bedacht maar geen daarvan kan tegen de catastrofale effecten van hun aanwezigheid opwegen. En in de ergernis daarover voelde Pfeijffer zich met zijn geliefde Clio verbonden. Als Italiaanse kunsthistorica heeft zij haar persoonlijke redenen om de toeristen te verwensen. Als het van haar afhing werden ze pas, bijvoorbeeld tot het Vaticaanse museum, toegelaten na een uitvoerig onderzoek naar hun motivatie en met een entreekaartje tegen een duizelingwekkende prijs.
In samenspraak met de erudiete Patelski, een Poolse geleerde op leeftijd en ook permanente gast in Grand Hotel Europa worden de problematieken van toerisme en vluchtelingeninstroom, en hoe deze zich tot onze cultuur verhouden, uitvoerig behandeld.
Aan tafel bij het diner ontwikkelen Pfeijffer en Patelski de gedachte dat ons continent een speeltuin of pretpark voor de wereld wordt. De rest van de wereld reist er heen omwille van de charme van wat voorbij is. De overvloed aan Chinese en andere toeristen vernietigt het authentieke, uitgerekend dat waar de reizigers op af komen.
Terwijl de publieke opinie zich opwindt over en zich keert tegen de grote aantallen vluchtelingen die naar ons continent komen, wordt toerisme nooit echt bekritiseerd. Die invasie is nochtans veel bedreigender voor onze cultuur en het kunstpatrimonium dan de instroom van vluchtelingen.
Pfeijffer neemt het voor de nieuwkomers op. Niet alleen uit mededogen voor deze mensen waarvan hij zich het lot erg aantrekt. Hij ziet vluchtelingen ook als ‘oplossing’, als jong bloed voor een continent vol oude mensen.
Het einde der tijden
In ‘Grand Hotel Europa’ drukken alle bewoners zich plechtstatig en uiterst precies uit, van piccolo tot geleerde. Op een bepaald moment, bij een bezoek aan de tentoonstelling in Venetië met monumentale beelden van Damien Hirst, had Pfeijffer immers besloten dat hij op die manier over het oude Europa moest schrijven. Plechtstatig en uitvoerig.
Enkel wanneer hij in zijn persoonlijk verleden terugblikt en gesprekken met Clio weergeeft, hanteert hij de levendige gesprekstoon van een echt en turbulent liefdesleven.
Het werd een heel lang verhaal waarin een gekwetste liefde, de professioneel geëxploiteerde wrevel over uit de hand lopend toerisme en de pijn van een existentiële migratiecrisis is ondergebracht in ‘Grand Hotel Europa’. Zo nu en dan kwam door de uitvoerigheid van het oeuvre, de ingewerkte essays in discussievorm en de elkaar opvolgende thematieken een vage herinnering aan ‘De Toverberg’ van Thomas Mann bij me op. Waarbij in het boek van Leonard Pfeijffer Grand Hotel Europa dienstdoet als sanatorium voor ons continent en het nog maar de vraag is of de kans op genezing bestaat.
Een soort van verwantschap tussen de twee boeken was blijkbaar bedoeld. De Ilja Leonard Pfeijffer uit ‘Grand Hotel Europa’ reist op een bepaald moment naar Amsterdam om er met zijn uitgever te spreken over het boek dat hij bezig is te schrijven. De uitgever oppert… ‘een soort Zauberberg van de eenentwintigste eeuw’.
Een parallel is zeker dat beide boeken over een soort einde der tijden handelen.
Ook Pfeijffer maakt verschillende keren zijn punt. Maar als het onderwerp belangrijk genoeg is, mag er breedvoerig worden uitgeweid in de hoop dat iemand de boodschap oppikt.
En al die tijd blijft het een schitterend boek om te lezen.
Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer verscheen bij de Arbeiderspers.
Oorspronkelijke releasedatum13 december 2018. Productcode (EAN):9789029526227
Foto bovenaan, still uit promovideo nav. NS Publieksprijs 2019.