Vrouwen die echt carrière willen maken, zijn het erover eens, materiële beslommeringen moeten wel ‘geregeld’ worden. Maar wat als een emotionele rimpel doorheen het georganiseerd bestaan trekt? Kunnen vriendschap, liefde of zorg voor kinderen en ouderen ook efficiënt worden uitbesteed?
Voor wie een gezapige nine to five job heeft, ligt de work-life balance nog in het bereik. Het is echter bekend dat er op de werkvloer steeds meer van mensen wordt gevraagd en ze er ook vaak lange tot extreem lange dagen doorbrengen.
Het spreekt vanzelf dat de huishoudelijke klussen dan zo goed en zo kwaad als mogelijk worden uitbesteed. Ook bestaat er ‘life style hulp’ voor bijvoorbeeld administratieve taken, speciale boodschappen en om verjaardagspartijtjes te organiseren. De dienstverleners kwijten zich voorbeeldig van deze taken. ‘Consider it done’ is een Londens voorbeeld van een dergelijk bedrijf. Een ondeugende journaliste die erover berichtte, vroeg zich zelfs af of vermoeide vrouwen ook hun echtgenoot aan de handige en efficiënte life style specialiste zouden outsourcen.
En inderdaad, de meeste mensen hebben behalve materiële zorgen ook nog wel wat menselijks om handen, een wat tegendraadse puber, een fragiele moeder of vader, een vriend(in) in nood, een eenzame buur.
Amerikaanse tweeverdieners kunnen daarvoor al terecht bij gespecialiseerde organisaties als ‘rent-a-grandma’, ‘rent-a-mom’ en ‘rent-a-friend’.
Bij ons vormden ‘vervanggrootouders’ het thema van een eindproef aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen. De toenmalige studente Constantia Ielegems stelde voor om een brug te slaan tussen ouderen die een zinvolle bijdrage aan de maatschappij wensen te leveren en kinderen die een opa en/of oma moeten missen.
De kostprijs van gevoelens
De Amerikaanse sociologe Arlie Russell Hochschild schreef een boek over het verschijnsel dat ze het ‘vermarkten van emotionele diensten’ noemt. In ‘The Outsourced Self: Intimitate Life in Market Times’ interviewt ze mensen die voor dergelijke servicebedrijven werken en mensen die er een beroep op doen. Daaruit bleek dat de huishoudmanagers in een ontzettend veeleisende job terechtkomen waarin ze vaak hulp aan angstige of verschrikkelijk verdrietige mensen moeten bieden.
De opdrachtgevers van hun kant proberen juist afstand te houden van al dat menselijk leed, ze mijden mensen die hen irriteren of hen uit hun evenwicht brengen. Hochschild geeft het voorbeeld van de vrouw die het niet kon aanzien hoe haar vader door de ziekte van Alzheimer aftakelde en dan maar, via een soort ‘rent-a-daughter’ organisatie, een vreemde maar zorgzame vrouw inschakelde om hem geregeld op te zoeken. Schuldgevoel en frustratie in een klap weg.
De paradox is wel dat een dergelijke financiële overeenkomst meestal in liefdevolle termen wordt omschreven. Dit soort hulpverleners zijn ‘reddende engelen’, ze hebben ‘een natuurtalent om te zorgen’ en ze zijn ‘hun gewicht in goud waard’. Dat laatste valt best niet letterlijk te nemen voor de dienstverleners. Want hoewel hun opdrachtgevers voor alles willen vermijden dat ze in een emotioneel vangnet verstrikt raken, zitten zij er zelf natuurlijk midden in. En de grens met aanvaardbare arbeidstijden en omstandigheden kan dan wel eens vervagen.
Hochschild stelt bovendien de vraag of het outsourcen van gevoelsmatige problemen niet voor gevolg heeft dat de gevoelens, zowel mooie als droevige, ook helemaal niet meer tot je doordringen en je een beetje minder mens wordt.