donderdag 4 maart 2010 – (Marleen De Geest) – Als vrouwen maar beter opgeleid zijn, groeien ze vanzelf door naar de hogere regionen van bedrijven, zo werd vroeger gedacht. Vrouwen evenaren of overtreffen nu mannen als het om opleidingen gaat, dat is al een tijdje zo, en toch blijven ze achter in leidinggevende functies. Catalyst, de Amerikaanse organisatie die de gelijkheid van vrouwen en mannen in de werkomgeving promoot, deed onderzoek naar dat verschijnsel. De titel belooft alvast weinig goeds: ‘Pipeline’s broken promise’.
[ad#ad1]
‘Pipeline’s broken promise’ is het resultaat van onderzoek door Catalyst in 2007 en 2008. Online werden 9.927 MBA afgestudeerden van 26 leidinggevende business scholen in Azië, Canada, Europa en de Verenigde Staten ondervraagd. Uitgangspunt was dat van alle Fortune 500 CEO’s er slechts drie procent vrouwen zijn, er amper vijftien procent vrouwen in de bestuursraden van die bedrijven zitten en veertien procent vrouwen er topfuncties innemen. Dat alles terwijl vrouwen vijftig procent en meer uitmaken van de actieve bevolking.
Een hogere opleiding lost hun probleem niet automatisch op. Ook na een MBA studie starten vrouwen doorgaans op een lager niveau dan hun mannelijke collega alumni’s. Mannen zetten meteen in op grote verantwoordelijkheden in een CEO of hoge managementfunctie. En ze krijgen die ook. De ambitie maakt het verschil niet. Ook wanneer vrouwen en mannen met dezelfde CEO ambitie worden vergeleken, blijft de kloof in het functieniveau bestaan. Wanneer kinderloze vrouwen en mannen worden vergeleken, komt het onderzoek tot dezelfde vaststelling zodat de gezinssituatie het verschil evenmin kan verklaren.
Natuurlijk blijft het loonverschil niet uit. Mannen verdienen in hun eerste job op jaarbasis gemiddeld 4.600 dollar of 3.366 euro meer dan vrouwen.
De achterstand van vrouwen blijft gehandhaafd in de loop van de carrière. Twee maal zoveel mannen werden CEO, 24 procent mannen versus twaalf procent vrouwen, naarmate de tijd na het afstuderen vorderde. In het middelmanagement waren de aandelen ongeveer gelijk en op de lagere echelons trof men meer vrouwen dan mannen aan.
Veertig procent van de ondervraagden zat nog steeds in de eerste baan na de MBA opleiding, 30 procent had al een jobwissel achter de rug en 14 procent had vier of meer werkgevers gehad. Mannen en vrouwen wisselen in dezelfde mate van job om een snellere doorgroei te realizeren. Mannen willen daarbij meer verdienen en doen dat ook. Vrouwen geven vaker aan dat ze uit een eerste job stapten vanwege ‘een moeilijke manager’. Een job werd zelden verlaten ‘om een kind op te voeden’, ook vrouwen gaven dat niet vaker als reden op.
Vrouwen kozen iets vaker dan mannen voor minder evidente jobs na een MBA, bv. in het onderwijs of de non profit sector of als part time werknemer. Die eerste keuze na hun afstuderen bleef zich in het verdere verloop van de carrière wreken. Dat was niet het geval voor de mannen die niet meteen full time in een bedrijf gingen werken.
Tenslotte bleken mannen over het algmeen meer tevreden te zijn over hun loopbaan dan de vrouwen, 37 procent tegen 30 procent.
Catalyst – Pipeline’s broken promise
[ad#ad3]