donderdag 26 januari 2012 – (Marleen De Geest) – Filosofen hebben de neiging om overal vragen bij te stellen en niets als vanzelfsprekend te aanvaarden. Maar vandaag is het de realiteit zelf die de vragen oproept en tradities onderuit haalt, zo meent Lucy P. Marcus, professor aan de IE Business School van Madrid. Het gestroomlijnde profiel van de bestuurder heeft zijn beste tijd gehad, inventieve mensen uit alle hoeken en zeker ook vrouwen moeten nieuwe managementideeën aanreiken.
[ad#ad1]
De naadloos bij elkaar aansluitende financiële crisissen zouden ons moeten wakker schudden. Ze vormen een roep om verandering, niet traditioneel bestuur van organisaties kan het verschil maken. Dat is de stellige overtuiging van Lucy P. Marcus, consultant en professor aan de IE Business School van Madrid. Toch zijn bestuursraden nog overwegend bemand met mensen met gelijkaardige profielen en blijft het zoeken naar onder meer vrouwen die met de vaste patronen zouden kunnen breken.
Zelf studeerde Marcus politieke filosofie aan Cambridge University. Die filosofische invalshoek zorgt ervoor dat ze altijd vragen stelt, nooit de status quo aanvaardt. Precies die benadering sterkt haar ook in haar overtuiging dat er zich vandaag een totaal verschillende benadering van het bedrijfs- en maatschappelijk leven opdringt.
We kunnen niet blijven meer van hetzelfde doen, het is tijd om niet traditionele kandidaten in bestuursraden van organisaties te introduceren. Ook al is het begrijpelijk dat zoiets weerstand oproept, stelt Marcus. We voelen ons immers intuïtief goed bij mensen met wie we vertrouwd zijn. Maar de huidige moeilijke situatie vraagt juist om het gekende en vertrouwde los te laten.
Bestuursraden vormen geen ronde tafel, stijl koning Arthur en zijn ridders, die plechtig en doordacht met elkaar praten zo weet Marcus. Bestuursleden zijn meestal nogal gefocust, de korte termijn beheerst hun denken en eenvormigheid is de regel.
Nochtans kwamen heel wat organisaties al tot de conclusie dat ze nood hebben aan diversiteit, aan een dynamische groep van onderscheiden mensen. In een bestuursraad moeten uiteenlopende ervaringen, kennis, inzichten, leeftijden en gender elkaar aanvullen.
Cookie-cutter
Diversiteit in bestuursraden is nodig opdat ze representatief zouden zijn voor de aandeelhouders en de omgeving waarin organisaties werken. Als de bestuursleden uit verschillende hoeken komen, zorgt dat voor een fiks debat. We moeten niet toelaten dat mensen indommelen en er een gezellig onderonsje van maken, zegt Marcus. Anderzijds is het normaal dat het helicopterperspectief en het kritisch denken afneemt naarmate men langer in de raad zetelt. Vandaar dat verandering en doorstroming best op ordentelijke wijze wordt georganiseerd. Mensen hoeven niet voor onbepaalde tijd lid te zijn maar moeten na een stevig aantal jaren dienst afgelost worden door een nieuwe lichting met andere ideeën.
Organisaties beweren dat ze onvoldoende competente vrouwen vinden, dat vindt Marcus een flauw excuus. Als je een ‘cookie-cutter’ hanteert, de starre vorm waarin de bestuurders moeten passen, en alles weg gooit wat er buiten valt, zul je vast geen geschikte kandidaten vinden, meent ze.
Marcus weet zeker dat er talloze getalenteerde vrouwen zijn. Maar niet traditionele kandidaten die de nodige inventiviteit met zich meebrengen, zijn misschien ook niet in traditionele hoeken te vinden. Het vergt dus ook enige vindingrijkheid om hen op het spoor te komen.
Eenmaal gevonden moeten de vrouwen goed op hun werk in de bestuursraad worden voorbereid en getraind. Ze dienen te weten wat in vorige vergaderingen is besproken, de tijd te krijgen om zich in dossiers in te werken en om managers te ontmoeten. Vrouwen moeten de kans krijgen om hun rol in de bestuursraad met kennis van zaken te vervullen, aldus Marcus. Pas als ze vertrouwen wekken, kunnen ze verandering doorvoeren.
[ad#ad3]