maandag 23 mei 2011 – (Marleen De Geest) – Mijn grootmoeder wist het al: ‘we leven in een landje van melk en honing’. Tegenwoordig wordt dat gemeten en België blijkt er bijzonder goed uit te komen, wij wonen in het achtste beste land ter wereld om te moederen.
[ad#ad1]
België, Nederland en Frankrijk sluiten respectievelijk de top tien af van landen die het best voor hun moeders en kinderen zorgen.
Voor de twaalfde maal kwam de ‘Save the Children’s Mothers Index’ uit. Daarin wordt het welzijn van moeders en hun kinderen vergeleken in 164 landen, meer dan ooit tevoren.
Noorwegen voert de ranking aan, gevolgd door Australië en IJsland. Ook Nieuw Zeeland en de Scandinavische landen zijn bij de tien beste landen voor moeder en kind.
In deze landen liggen de standaarden voor gezondheid, onderwijs en economische status bijzonder hoog. Statistisch gezien dan want in België leeft nog steeds veertien procent van de gezinnen van een inkomen beneden de armoedegrens.
De Verenigde Staten komen slechts op de 31 ste plaats en dat heeft alles met de moedersterfte te maken die er een op 2100 bedraagt. Van alle ontwikkelde landen doen enkel Albanië, de Russische Federatie en Moldavië het slechter.
De kans dat een kind omkomt is het grootst in de Sub Sahara regio en in Afghanistan. Dat land komt dan ook op de allerlaatste plaats in de rangschikking van landen wat betreft welzijn van moeder en kind.
Het rapport van het onderzoek wordt vergezeld van een essay met als titel ‘The child you can save’ van de vermaarde Amerikaanse bio-ethicus en professor aan Princeton University. Al decennia lang pleit hij ervoor om de wereld als een gemeenschap te zien waarin iedereen een betekenisvolle verantwoordelijkheid draagt.
Extreme armoede is een kwaad, zegt de ethicus. Heel wat mensen beschikken over voldoende geld en kunnen daarvan wat missen zonder dat het een significant verschil voor hun levenskwaliteit uitmaakt. Zij hebben de morele plicht om het kwaad van de extreme armoede te helpen bestrijden.
[ad#ad3]