dinsdag 22 maart 2011 – (Marleen De Geest) – De ramp met de kerncentrale in Fukushima roept bij ervaringsdeskundigen een déjà vu op. Wat de nasleep van de catastrofe in Tsjernobyl leerde, doet het vrouwen- en milieunetwerk Women in Europe for a Common Future (WECF) vrezen voor effecten van de straling op de reproductieve gezondheid van vrouwen en meisjes.
[ad#ad1]
Terwijl het Japans atoomagentschap het alarmniveau voor de ramp in kerncentrale Fukushima I verhoogde van vier naar vijf namen de gezondheidsrisico’s voor de bevolking alleen maar toe. En niet alleen voor de huidige bevolking maar ook voor volgende generaties. WECF partnerorganisaties die uit eigen ervaring weten wat een kernramp in het dagelijks leven betekent, kijken verontrust naar de ontwikkelingen in Japan.
Met name maakt het WECF zich zorgen over vrouwen en kinderen. In 2006 presenteerde het Oekraïens Nationaal Onderzoeksinstituut voor Gynaecologie, Verloskunde en Kindergeneeskunde, een lijvig rapport over de lange termijn gevolgen van blootstelling aan (lage) radioactieve straling. Dit rapport wierp een nieuw licht op gezondheidsrisico’s van de kerntechnologie, die door de Wereldgezondheidsorganisatie en het Internationaal Atoom Agentschap tot nog toe worden genegeerd.
Uit het rapport blijkt dat niet alleen rekening moet worden gehouden met directe slachtoffers van rampen maar dat ook minieme doses straling ernstige lange termijn effecten hebben. Uraniummijnbouw, transport en opslag van radioactief materiaal en afval, kleine ongelukjes in centrales, wapens die zijn versterkt met verarmd uranium, allemaal kunnen ze mensen besmetten met (lage) doses radioactiviteit.
Drie kwart probleemzwangerschappen als effect van straling
Marie Kranendonk, oprichtster van WECF, werkt al twintig jaar met partners in Tsjernobyl en Mayak, gebieden waar zich kernrampen hebben afgespeeld. Eén van de meest relevante aspecten die het rapport noemt, is het effect van kleine stralingsdoses op zwangere vrouwen en op de ontwikkeling van het ongeboren kind, dat vooral blijkt uit het veelvuldig voorkomen van aangeboren afwijkingen. Onderzoeken van het bovengenoemde instituut toonden aan dat zelfs in gebieden met lage doses aan ioniserende straling, radioactieve elementen ophopen in de placenta van zwangere vrouwen.
Uit overeenkomstige onderzoeken in Oekraïne en Wit-Rusland blijkt dat bij vrouwen die in verontreinigde dorpen wonen, significant meer miskramen, complicaties van de zwangerschap, bloedarmoede door aantasting van het beenmerg en vroeggeboorten voorkomen dan bij vrouwen die in relatief schone gebieden wonen.
Ook blijkt dat stralingsblootstelling in de vroege jeugd een zeer negatief effect heeft gehad op de reproductieve gezondheid van meisjes in Oekraïne en Wit-Rusland. In een overzicht over 14 jaar van verloskunde patiënten door het Oekraïens onderzoeksinstituut bleek dat het aantal normale zwangerschappen onder aan straling blootgestelde moeders slechts 25.8 procent was. Bijna drie kwart van de blootgestelde patiënten had complicaties tijdens de zwangerschap. Moeders uit niet besmette dorpen hadden 2,5 maal zoveel kans op een probleemloze zwangerschap.
Marie Kranendonk zegt dan ook: ,,Laten we ons geen illusies maken dat we het allemaal wel onder controle kunnen houden. Dat bewijst deze verschrikkelijke ramp in Japan. Ioniserende straling kent geen veilige dosis. Het is onverantwoord om kernenergie als de oplossing te zien voor het naderende energietekort.”
[ad#ad3]