maandag 23 mei 2011 – (Marleen De Geest) – De grote dame van het kleine vers en verhaal, Annie M.G.Schmidt, is inmiddels al weer een paar dagen ver in haar 101 ste jaargang, zij het postuum. Zelfs als we haar even terzijde hadden gelegd, blijken haar rebelse, grappige, inventieve en muzikaal klinkende schrijfsels vandaag even hartverwarmend te zijn als ze altijd waren.
[ad#ad1]
Naar verluidt en volgens de lijvige en mooie biografie die Annejet Van der zijl aan Annie M.G. Schmidt wijdde, was ze niet eens een gemoedelijke of warmhartige vrouw. Makkelijk had ze het niet met mensen, niet met de strenge dominee van een vader, niet met haar zeurderige moeder, niet met haar man Dick en niet met haar zoon die ze grotendeels aan anderen over liet. Wel hield ze er een reeks ‘feministische’ vriendinnen op na en had ze een heel romantische verwachting van de liefde.
Maar ambitieus en werklustig dat Annie M.G. Schmidt was. En vol verbeelding bovenal. Niet van dat fantastische of magische dat grote en kleine lezers probeert naar een ‘uitgevonden’ wereld te lokken. Wel van dat spitsvondige, raak geobserveerde dat een vervolg aan het gewone leven breit, dat iets toevoegt wat we er allemaal in missen, dat iets zegt over hoe het misschien beter zou kunnen zijn, over de pijn ook als het er niet is.
Hier en daar is er nog een enkeling die een spoor draagt van haar non conformisme en die zijn maatschappij kritische zin mede aan Annie M.G. Schmidt dankt. Iemand die als kind ging slapen met Pluk van de Petteflet, een klein jongetje dat in een torenkamertje woont met een kakkerlak als huisdier en maatje. Pluk rijdt met een rood kraanwagentje door de buurt, altijd bereid om te helpen want Annie M.G. Schmidt kon haar schepselen wel in heel grote nesten schrijven. Soms worden die daar zelfs een tikkeltje moedeloos van.
Visionair
Heel dikwijls heeft de plot vol problemen te maken met beslissingen van deftige dames en heren die weten wat raadzaam is voor iedereen en een enkele keer ook wel met enge kindertjes die een goede beurt bij volwassenen willen maken.
Dieren en beestjes komen in de verdrukking, bijvoorbeeld omdat er een tegelplein wordt aangelegd waar nu een bosje is. Visionair kan je de oude schrijfster daarom wel noemen, ze voorzag veertig jaar geleden al waar we uitkomen als steeds meer groen voor beton moet wijken.
Maar hoewel een beetje moedeloos zijn haar figuren nooit radeloos. Ze doen wat in Annie’s verbeelding opkwam, storen zich niet in het minst aan ‘wat hoort’ en zo komt er altijd wel een soort oplossing op hun weg. Ook al omdat ze zo goed voor elkaar zorgen.
Het nonchalante eenoudergezin van vader Stamper en zijn Stampertjes neemt het schone Aagje, wie haar moeder streng verbiedt zich vies te maken, mee voor een paar heerlijke weekjes Egwijk aan zee. Een bejaard echtpaar broedt onder zijn elektrisch deken een groot vogelei uit zodat de Krullevaar tevoorschijn komt, de heen en weerwolf brengt Pluk naar de Kluizelaar, van hem krijgt hij een braambessenstruik en van het sap wordt iedereen vrolijk en kinderlijk.
Met de markante bijdrage van tekenaarster Fiep Westendorp creëerde Annie M.G. Schmidt een eigen maatschappij waarin onrecht altijd een beetje recht wordt getrokken en wie onder druk staat iets vrijer wordt.
In haar boeken loste Annie M.G. Schmidt met een mengeling van eigengereidheid, mededogen en vriendschap veel moeilijkheden op. Doorgaan, doen wat je denkt te moeten doen en bijna alles komt terecht.
Een betere reden om de boeken van Annie M.G. Schmidt te blijven lezen en er onze kinderen mee naar bed te brengen, is er niet. Of het zou om haar humor en virtuoze taal moeten zijn.
Of zoals ze zelf zei: ‘De mensen zeggen van me: ‘ze liegt zo’. Dat is waar, ik overdrijf vaak. Maar ik kan er niets aan doen. Ik wil het een beetje mooier maken dan het is, niet zo gewoon.’
[ad#ad3]