dinsdag 2 juli 2013 – (Chris Vermuyten) Wat puur en idyllisch lijkt bij de aanvang, draait uit op geweld, eenzaamheid en dood. De verhouding tussen mens en natuur is niet idyllisch, toch niet wanneer er teveel natuur is en te weinig mens. Amerikaan T.C. Boyle toont ons de afstomping en de voortschrijdende verlatenheid van drie achtereenvolgende bewoners van schapeneiland San Miguel, een piepklein verlaten eiland, aan de westkust van The States. Drie vrouwen belanden als gevolg van een beslissing van hun man of vader op San Miguel. Drie vrouwen die hun eigen wensen ondergeschikt maken aan de wensen en dromen van een man. Mannen getekend door de oorlog, vergezeld van volgzame en al te begrijpende vrouwen. De vrouwen‘ontsnappen’ uiteindelijk, maar betalen daar een zware prijs voor.
[ad#ad1]
Het verhaal begint in 1888 met de eerste ‘nederzetting’. Marantha Waters volgt, samen met dochtertje Edith, haar man Will om op het eiland schapen te kweken en een leven op te bouwen met de verkoop van wol. Ze heeft tbc, en hoopt dat de ‘goede’ lucht haar zal genezen. Deze verfijnde vrouw, die thuis de dagen vulde met piano spelen, komt terecht in een krot: vochtig, verrot, geen sanitair, geen keuken… Ze probeert er samen met dochter Edith het beste van te maken, onderdrukt haar eigen behoeftes, maar keert uiteindelijk gebroken naar lichaam en geest, terug naar het vasteland, om te sterven.
In het tweede deel van het boek, volgen we Edith, de (adoptie)dochter, die door stiefvader Will, opgesloten wordt op San Miguel. Zij ontsnapt, en jaagt haar droom -een acteurscarrière- na op het vasteland. Haar harde opvoeding zorgt ervoor dat ze doorzet en haar doel bereikt, maar ook dat ze zonder verpinken ze haar pasgeboren dochter opgeeft.
Jaren later komt er een nieuw echtpaar op het eiland aan. Herbert en Elise, een bibliothecaresse. Ze lijken gelukkiger, krijgen er twee dochters, maar ook hier slaat het noodlot toe.
Telkens zijn het de mannen die, beschadigd door een oorlogsverleden, de balans naar de foute kant doen doorslaan. Ze hebben te weinig empathisch vermogen, en jagen zonder omzien hun eigen droom na. De harde levensomstandigheden maken het er niet beter op: de natuur dwingt hen bijna tot een meedogenloos bestaan. Het lammetje dat Edith in het begin van het boek ‘adopteert’, wordt opgegeten. En dat staat zowat symbool voor de rest van het verhaal: tederheid wordt onderuit geveegd, daar is geen plaats voor in een bestaan op San Miguel. De natuur en de afzondering stompen elk menselijk gevoel af.
Dat het een utopie is om te overleven als gezin, afgesloten van elke andere menselijke interactie, wordt hier pijnlijk duidelijk gemaakt.
Boyle vertelt het verhaal chronologisch, met drie mooi afgeronde delen, die tussendoor naar elkaar verwijzen. Hij slaagt erin om zich telkens in het vrouwelijk standpunt te verplaatsen. Het is niet de eerste maal dat T.C. Boyle deze tour de force uithaalt. Ook in The Women verplaatste hij zich perfect in drie verschillende vrouwen uit het leven van architect Frank Lloyd Wright. Ook daar worden de minder mooie kantjes van het leven in een gesloten kring aangekaart. Het is een favoriet thema van Boyle, die in een interview in The Guardian zei: “Het komt erop neer dat ik telkens hetzelfde idee onderzoek: als mens willen we allemaal ons eigen eiland. Maar uiteindelijk vinden we dat nooit.”
San Miguel, T.C. Boyle
Uitgever: Anthos
Vertaling: Gerda Baardman, Tjadine Stheeman, Onno Verhoeve
408 pg.
15 €
[ad#ad3]