vrijdag 3 december 2010 – (Marleen De Geest) – Bent u hartstochtelijk verliefd dan valt vooral de gelijkgestemdheid op. U vond een zusterziel en de toekomst kan niet anders dan warm en harmonieus zijn. Maar het duurt niet zo heel lang voor het ideaalbeeld craquelures vertoont. De vraag is dan, vormt harmonie wel het doel van een relatie of zorgt een gemeenschappelijk doel juist voor harmonie?
[ad#ad1]
‘Waarom zijn wij niet zo een stel dat op zondag samen fietst met hetzelfde jack aan?’ verzuchtte een Nederlandse vriendin.
Tja, de meeste mensen gaan er inderdaad van uit dat koppels die hobby’s, smaken en overtuigingen delen gezwind met de neuzen in dezelfde richting door het leven fietsen. Met plezier samen dezelfde dingen ondernemen lijkt dan een voorwaarde om samen te blijven.
Het is nog maar de vraag of dat inderdaad zo is. Want zelfs bij de best op elkaar in gespeelde partners blijkt dat elk toch aan zijn eigenheid is gehecht. Als je het over alles eens bent, hoef je die persoonlijkheid niet eens in de verf te zetten. Maar in het geval je wel degelijk van je partner verschilt, moet je je standpunt duidelijk maken. En dat geeft best kleur aan het bestaan, niemand lijkt zo sterk op zichzelf als op het moment dat zij/hij de eigen waarden mag verdedigen.
In dat opzicht is het dus leuker om een kleine verzameling uiteenlopende gedachten te hebben. Zusterzielen hoeven geen dubbelgangers te zijn. Discussies, al dan niet fel, horen er dus bij. Maar vooraf probeert u natuurlijk alles uit een dialoog te halen waarbij elk zijn zeg kan doen en het uitgangspunt is dat geen van de standpunten superieur is.
Hoe genegen we de onderhandelingscultuur ook zijn, niet alles laat zich bespreken. Enkele waarden zijn te nemen of te laten. Zo heeft een koppel een sokkel nodig van samenhorigheid, onvoorwaardelijk vertrouwen, solidariteit en trouw. Die waarden kunt u in uw eentje zelfs niet beleven, ze zijn karakteristiek voor een verbintenis. Vanaf die basis kunnen partners wel aan een en ander tornen en vaak ook moeten er compromissen worden gesloten. Zonder compromissen geraakt men nu eenmaal niet vooruit.
Zo bijvoorbeeld kunt u zich heftig ergeren omdat uw partner vals zingt onder de douche en tot overmaat van ramp de handdoek niet mooi op het droogrekje drapeert. Maar zolang u de ander daarop vast pint, kan zij/hij niet evolueren. Slechte gewoonten kunnen maar veranderen wanneer de ruimte ontstaat om het op de eigen manier te doen en niet precies zoals de andere partner het wil of eist.
Bovendien zal u zich maar blind staren op de onhebbelijkheden bij gebrek aan gezamenlijke projecten. Als die er zijn, vormen zij de prioriteit. Zo komt het dat mensen heel hard van elkaar kunnen verschillen over de manier waarop zij de kinderen opvoeden maar dat de doelstelling dat het moet gebeuren hen wel samenhoudt. Of ze bouwen samen een eigen zaak uit en hebben elkaar hard nodig om overeind te blijven. Of ze beseffen gewoon dat ze samen beter zijn opgewassen tegen de wisselvalligheden van het leven.
De gemeenschappelijke doelstellingen blijken dan het uiteindelijke doel van de relatie te zijn, al is het prettig en deugddoend om af en toe de harmonie te vieren alsof dat het aller belangrijkste zou zijn.
[ad#ad3]