Boeken lezen maakt het verschil tussen mensen. Kunnen lezen maakt nog meer verschil voor vrouwen in ontwikkelingslanden. Van de bijna acht miljoen analfabeten wereldwijd is twee derde vrouwelijk.
[ad#ad1]
In het essay ‘A room of one’s own’ schreef Virginia Woolf over de ongelijkheid in de opleidingskansen van jonge vrouwen en mannen in Groot-Brittannië na de vorige eeuwwisseling. Die situatie bleef in de ontwikkelingslanden overeind tot vandaag. De ngo Room to Read wil daarin verandering brengen.
Vrouwen maken twee derde uit van de 793 miljoen analfabeten over de hele wereld. Dat komt omdat er voor meisjes in ontwikkelingslanden gewoon een ander lot is weggelegd dan voor jongens. Zo kan het dat 42 procent van de meisjes niet naar school gaat.
De verschillende behandeling van meisjes en jongens zit dikwijls in de lokale cultuur verankerd. Meisjes worden als huishoudelijk hulpje ingeschakeld en als er weinig geld is, worden eerder jongens dan meisjes naar school gestuurd. Zelfs de menstruatie zit meisjes in de weg, dikwijls beschikken ze niet over de nodige bescherming en is de sanitaire situatie op school ontoereikend.
Toch zijn er volgens Room to Read redenen te over om meisjes onderwijs te gunnen, het komt immers de hele gemeenschap ten goede.
Een jaar extra schooltijd levert voor het meisje een inkomen op dat een vijfde hoger ligt. Ook brengt het bijkomend onderwijs een andere attitude bij waardoor de jonge vrouw bijvoorbeeld beter in staat is om voor haar kinderen te zorgen en ziekten te voorkomen. De kindersterfte zou er aldus vijf à tien procent door worden terug gedrongen.
Room to Read bouwde in samenwerking met lokale overheden en gemeenschappen al meer dan 15.000 bibliotheken en 1.600 scholen. De organisatie publiceerde 874 kinderboeken in lokale talen en verspreidde bijna dertien miljoen exemplaren. Sinds 2000 werden 7,8 miljoen kinderen in tien verschillende landen in Azië en Afrika bereikt en vooruit geholpen.
[ad#ad3]