‘Les extrêmes se touchent’, zo kun je het samenzijn van vrouwen en mannen parafraseren. De Hongaarse schrijver Sandor Marai legt in een dik en mooi boek fijngevoelig uit hoe verschillend vrouwen en mannen hun verhouding beleven en waarom ze soms tegelijk elkaar liefhebben en het onmogelijk samen uithouden.
[ad#ad1]
Op de kaft van ‘Kentering van een huwelijk’ staat een verliefd paartje in een Parijs’ café anno 1932. En inderdaad, het hele boek speelt zich eigenlijk af in cafés en hotelkamers. Althans, de auteur Sandor Marai (1900-1989) laat een man en zijn twee respectievelijke echtgenotes hun verhaal vertellen in een café of hotelkamer, telkens aan een niet ter zake doende toehoorder die zelf ook niet aan het woord komt. Zo wordt de lezer de ’toehoorder’ van drie monologen die parallel ongeveer hetzelfde verhaal brengen vanuit een ander standpunt. Het blijft een slimme manier om te laten zien hoe verschillend mensen dezelfde gebeurtenissen beleven, hoe anders een referentiekader kan zijn van waaruit een tranche de vie wordt geduid, gevoeld, begrepen, een betekenis krijgt.
Gedreven door obsessie
Peter vormt met zijn eerste echtgenote Ilonka een ogenschijnlijk perfect paar. Hij is gecultiveerd en komt uit een adellijk geslacht. Het leven van de familie is tot in de puntjes bestudeerd en beheerst en alle rituelen dienen ertoe om de tradities en waarden over te leveren en op die manier in stand te houden. Zijn echtgenote is van keurige maar iets meer bescheiden komaf en dat wordt de relatie fataal. Op subtiele wijze laat de man zijn vrouw voelen dat haar inzet om even uitmuntend te zijn, genoteerd en gewaardeerd wordt maar dat alle moeite vergeefs is. Het minimale verschil dat tussen de echtgenoten blijft bestaan, maakt hun samenleven onmogelijk. Peter voelt zich in zijn waardigheid, die de essentie van zijn bestaan uitmaakt, bedreigd.
Het verhaal situeert zich grotendeels in Boedapest tijdens het interbellum waarbij de gegoede klasse de herinnering aan de plechtstatige sfeer ten tijde van de dubbelmonarchie koestert en de vrees voor het totalitarisme zich opstapelt. Ilonka voelt die tijdsgeest niet zo aan. ‘Ik nam geen afscheid van een tijdperk, laten wij vrouwen onszelf niets wijsmaken en eerlijk toegeven dat dergelijke formuleringen ons weinig aanspreken’, beweert zij. Maar zijn ongenaakbaarheid wordt haar obsessie, Ilonka wil Peter helemaal en hartstochtelijk bezitten terwijl zijn kern haar ontsnapt.
Omwille van hun zoontje, die de opvolging in de mannelijke lijn verzekert, tracht Peter krampachtig een goed huwelijk met zijn vrouw na te spelen. Maar zij voelt in al haar vezels hoe zeer hij tegen zichzelf ingaat en hoe immens veel energie dat hem kost. Het kind sterft en de relatie verliest elke grond.
Dan besluit Peter om de vrouw achterna te gaan waar hij al die tijd echt van heeft gehouden. Een plattelandsmeisje dat als huishoudelijke hulp bij zijn ouders inwoonde en waarvan de natuurlijke schoonheid hem zonder meer obsedeert. Judith Aldozo belichaamt het pure, het zuivere, in tegenstelling tot de net niet perfecte cultivering die zijn echtgenote uitstraalt.
Vrouwen kennen geen vriendschap
Wanneer Ilonka haar verhaal doet, moet Marai tot het uiterste zijn gegaan om zich in haar gevoelswereld in te leven.
Over de, zei het oorspronkelijk platonische maar daarom niet minder intense, affaire van haar echtgenoot met het dienstmeisje laat de auteur Ilonka zeggen: ‘De een was met mij getrouwd zonder volledig mijn man te worden, terwijl de ander al jarenlang op hem wachtte.’ Dat vat zo ongeveer haar situatie samen zonder de machteloosheid en het verdriet te noemen. Toch probeert Ilonka overal advies te zoeken. Ook bij Peters moeder, hoewel die haar verzekert dat mensen elkaar geen raad kunnen geven en ieder volgens zijn inzichten moet leven. ‘De vrouw sprak dan ook heel rustig, bijna onverschillig, zoals alleen oude mensen dat kunnen; mensen die de ware betekenis van de woorden hebben leren kennen en nergens meer bang voor zijn, die meer respect hebben voor de waarheid dan voor menselijke conventies.’
Ook bij de schrijver Lazar, beste vriend en mentor van haar man, gaat Ilonka te rade. Hij vertelt haar: ‘Weet u wat hij heeft gedaan? Hij heeft getracht zijn gevoelens met zijn verstand te onderdrukken. Dat is zoiets als met woorden en argumenten een staaf dynamiet proberen over te halen niet te ontploffen.’ Tevens getuigt hij van zijn bezorgdheid voor haar echtgenoot. ‘Ik was bevriend met hem en het gevoel dat bij vriendschap hoort, is veel verfijnder en gecompliceerder dan het gevoel dat liefde wordt genoemd. Het is het meest intense gevoel dat er is. En het is volkomen onzelfzuchtig. Vrouwen kennen het niet.’
Met lichte bagage sterven
Marai herleidt Peter tot de ouder wordende man die na zijn teleurstellend huwelijk met Judith zijn passies heeft afgelegd en enkel naar waarheid zoekt. Zijn heel leven heeft hij zich ingezet voor het ‘bewaren’ van de eigenheden van de burgerij, hoe artificieel hij daartoe ook moest leven. Nu eist hij enkel het recht op van de eenzaamheid om met ‘lichte bagage’, zoals hij het noemt, te kunnen sterven.
Wat het relaas van Judith betreft, zij heeft de minst gepolijste en de meest gekwetste ziel van alle personages en haar verhaal over het gulzig leven waarmee ze dat heeft willen compenseren is navenant. Zij schetst meesterlijk hoe mensen in beestachtige oorlogsomstandigheden toch overleven, zich zelfs vooral bekommeren om afgebladderde nagellak en het onvermogen om dat bij te werken, en hoe ze snel na de bombardementen tussen de lijken en het puin de draad van hun bestaan weer opnemen.
Sandor Marai geeft zijn figuren heel veel overpeinzingen mee wat hen tot rijke, bijna oververzadigde, personages maakt. Marai leefde zelf teruggetrokken tijdens de oorlog en onder de bezetting van de nazi’s om daarna het communistisch regime te ontvluchten. Hij keerde nooit naar Hongarije terug en bleef in vrijwillige ballingschap, misschien wel helemaal alleen met zijn eindeloze reeks van gedachten over de vergane burgerlijke samenleving, de afschuw van de totalitaire regimes en mijmeringen over menselijke verhoudingen. Het zijn deze die het boek de moeite waard maken waarbij het vanzelf spreekt dat je al behoorlijk virtuoos moet kunnen schrijven om ze weer te geven zoals je ze hebt bedoeld.
‘Kentering van een huwelijk’ van Sandor Maria is uitgegeven bij de Wereldbibliotheek.
[ad#ad1]