donderdag 29 april 2010 – (Marleen De Geest) – Moederdag is een dag om een tikkeltje zelfvoldaan naar je kroost te kijken. Aan de vooravond van moederdag wordt in Leuven ‘moedernacht’ gehouden. En die zet het moederschap in het licht van de situatie in ontwikkelingslanden. In Congo bijvoorbeeld sterft een vrouw op dertien tijdens de zwangerschap of de bevalling.
[ad#ad1]
Het is schrijnend dat de ‘Moedernacht’ die op 8 mei in Leuven door Amnesty International en Sensoa op touw wordt gezet in het teken van de moedersterfte moet staan. Nochtans blijft het een noodzaak om de aandacht op deze vermijdbare wantoestand te vestigen. Jaarlijks sterven 530.000 vrouwen tijdens de zwangerschap of de bevalling, dat komt overeen met een vrouw per minuut. In Congo laat een vrouw op dertien het leven in die omstandigheden. Dat heeft alles te maken met gebrekkige en dan nog dure kraamzorg, onvoldoende informatie en weinig of geen familieplanning.
Zo beschouwd is de moeder- en perinatale kindersterfte niet enkel een medisch probleem maar ook een kaakslag voor de rechten van de vrouwen en kinderen. Hun wordt immers het recht op leven en voldoende gezondheidszorg ontzegd.
In de millenniumdoelstellingen zit nog steeds het voornemen vervat om de moedersterfte tegen 2015 met een derde te laten dalen in vergelijking met het cijfer van 1990 dat 572.000 bedroeg. De vooruitgang is dus slechts minimaal.
Tijdens moedernacht wordt de documentaire van Lieve Blancquaert ‘Kraambed Congo’ getoond, er is de getuigenis van de mensenrechtenactiviste Djougal Abdoulaye Traoré over moedersterfte in Burkina Faso en een debat met parlementairen voor de millenniumdoelstellingen en Memisa, een organisatie die een kwalitatieve basisgezondheidszorg wil realiseren.
[ad#ad3]