Ruim driekwart van zwangere vrouwen ondervindt een vorm van discriminatie op de werkvloer

Door | juni 8, 2010

dinsdag 8 juni 2010 – (Marleen De Geest) – De ene buik is de andere niet, dat is cru gesteld de conclusie die het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen trekt uit het onderzoek ‘Zwanger op het werk’. Op een of andere manier wordt de ‘en bon point’ van de (traditionele) werkgever als meer professioneel gepercipieerd dan de zwangere buik van de werkneemster. De studie releveert trouwens dat 76,6 procent van de bevraagde vrouwen werd geconfronteerd met ten minste een vorm van zwangerschapsgerelateerde discriminatie.

[ad#ad1]

Verhalen genoeg over hoe zwangerschappen op de werkvloer worden onthaald en beleefd. Maar wat is de systematiek achter al die ervaringen, dat wilden de onderzoeksters onder leiding van dr. Elke Valgaeren van SEIN, Instituut voor gedragswetenschappen van de Universiteit Hasselt, achterhalen. Daartoe ondervroegen ze 610 Nederlandstalige en Franstalige moeders en acht werkgevers uit beide taalgroepen.

Ruim driekwart van alle vrouwen gaf aan ooit wel op een of andere manier een vorm van discriminatie te hebben ervaren die verband hield met het feit dat ze zwanger was. Vijf procent werd ontslagen of nam ontslag omdat ze zich niet kon verzoenen met de manier waarop ze tijdens haar zwangerschap werd behandeld. Bijna achttien procent werd gediscrimineerd op vlak van loon en carrière omdat ze bijvoorbeeld een promotie miste. Bijna veertien procent werd op een meer negatieve manier geëvalueerd. Meer dan een werkneemster op tien leefde op gespannen voet met de collega’s in die periode en een op vijf kende problemen rond het moederschapsverlof, bijvoorbeeld omdat ze nog naar het werk moest terugkeren om taken af te maken. In verband met de aangepaste arbeidsomstandigheden melde 62 procent dat geen enkele risico analyse werd gemaakt of ze daar althans geen weet van had en achttien procent moest ronduit in een onaangepaste situatie werken.

Weinig empathie

In principe is iedere vrouw vatbaar voor discriminatie als ze zwanger is maar uit het onderzoek blijken specifieke moeilijkheden in bepaalde functies. Zo zouden kaderleden het moeilijker hebben om het moederschapsverlof op te nemen. Vrouwen in uitvoerende functies rapporteren dan weer meer problemen met hachelijke arbeidsomstandigheden en evaluaties.

Als je de pech hebt om een moeilijke zwangerschap door te maken dan wordt dat financieel afgestraft, komt het moederschapsverlof in het gedrang en dreigen er spanningen met de superieuren.

De private sector maakt het zwangere vrouwen moeilijker dan de overheidsdiensten. Ook in bedrijven zonder vakbondsafgevaardigde worden de belangen van de zwangere vrouw minder behartigd. Typisch mannelijke werkomgevingen tonen weinig empathie, aldus het onderzoek. Mannen hebben het moeilijk met mogelijke compensaties voor zwangere vrouwen omdat zij er sowieso niet voor in aanmerking komen, stelt onderzoekster Lieve Lembrechts.

Bijna dan de helft van de vrouwen vertoont gezondheidsproblemen en eenzelfde aandeel heeft minder zin om te gaan werken als gevolg van de discriminerende sfeer die rond haar zwangerschap hangt. Vier op vijf vrouwen zoeken steun bij hun partner, familie of vrienden, ruim veertig procent wendt zich tot collega’s en zestien procent zoekt zelf informatie op. 29 procent vraagt een overste om raad en de HRM dienst wordt slechts door goed elf procent geraadpleegd. De huisarts geeft advies aan dertig procent van de betrokken vrouwen en een op vijf haalt informatie en steun bij de vakbond.

Normaalste zaak

Niettemin laten heel wat vrouwen de situatie blauwblauw omdat ze zich machteloos voelen of in elk geval loyaal willen zijn tegenover de werkgever.

Overduidelijk is dat de werkneemsters een gebrek aan informatie over hun rechten ervaren en dat de werkgever de regelgeving ter zake zelf als te complex en veeleisend bestempelt.
Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen wil vooral de overheid vragen om deze leemte aan te vullen. Ons land kent een behoorlijke wetgeving rond moederschap maar ze bereikt de betrokkenen niet, dus is er nood aan vulgariserende informatie. De sociale partners moeten maatregelen nemen om de bestaande wetgeving beter toe te passen.

Bovendien dringt het Instituut erop aan dat zwangerschap op de werkvloer in de huidige maatschappelijke context als de aller normaalste zaak zou worden gezien. De kosten van het moederschapsverlof mogen wat het Instituut betreft dan ook geheel voor rekening van de overheid vallen. Daar staat tegenover dat vrouwen beter niet voor bijkomende rechten pleiten. Het moederschapsverlof uitbreiden kan enkel indien dat noodzakelijk is voor de gezondheid van moeder en baby, zo oordeelt men.

Tenzij de Europese richtlijn België dwingt om het verlof tot twintig weken op te voeren, blijft het beter bij de bestaande vijftien weken, zo stelt Vera Claes als voorzitster van de Raad van Bestuur van het Instituut. Vrouwen hebben geen belang bij een te lange afwezigheid waarin ze van het werkmilieu kunnen vervreemden.
Hoe dan ook zijn er grote individuele verschillen in de fysieke en psychologische beleving van de zwangerschap en de geboorte. Maar maatwerk is niet echt een optie.

Zwanger zijn en bevallen is een vrouwenaangelegenheid, meent Claes, eenmaal het kindje er is moet ook de partner zijn verantwoordelijkheid nemen. Zij ziet dan ook meer heil in randvoorwaarden als verplicht vaderschapsverlof en bijkomende kinderopvang. Ook bijkomende tijd moederschapsverlof om borstvoeding te kunnen geven, wil ze niet onderschrijven. Ook al erkent het Instituut de aanbevelingen van de wereldgezondheidsorganisatie dat een periode van minimaal zes maanden optimaal is voor de gezondheid van moeder en kind.

Unizo, de vereniging van zelfstandig ondernemers, meldde van haar kant dat KMO ondernemers – meer dan vroeger – een aanwervings- en retentiebeleid voeren voor talentvolle medewerkers en dat een specifiek beleid rond zwangerschap daarbij hoort.

Tenslotte benadrukt het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen dat het alle geschillen inzake genderongelijkheid wil behandelen. Een juridische cel is voor handen om incidenten te onderzoeken en de gedupeerden te verdedigen.

Naar aanleiding van het SEIN onderzoek loopt de campagne voor gelijke behandeling van de zwangere vrouwen op de werkvloer. In gelijkaardige campagnes worden de thema’s partnergeweld, loonkloof en seksistische reclame aangekaart.

SEIN

[ad#ad3]

Een reactie achterlaten