donderdag 2 september 2010 – (Marleen De Geest) – Nagelnieuwe schoolspullen helpen uw kind over zijn eerste heimwee naar de vakantie heen. De zin om naar school te gaan kan al snel om slaan. Hoe kunt u dan uw kind motiveren om toch zijn best te doen?
[ad#ad1]
Een jong kind is van nature nieuwsgierig maar het is niet vanzelfsprekend om die attitude in leergierigheid om te zetten. Al helemaal niet in de vrije tijds samenleving waarin we vertoeven. Kinderen zijn gewend om snel antwoord te krijgen en bijna altijd iets leuks te beleven. Moeite doen om leerstof te verwerven staat haaks op de hang naar een onmiddellijke beloning.
Voor ouders is het niet makkelijk om die tegenstelling te overbruggen. Om hun kinderen te begeleiden bij hun schools bestaan, hoeven ze ook al niet in de rol van coach te stappen. Die vergt een neutraliteit terwijl mama en papa, als het goed is, bij hun kind betrokken zijn.
Het veiligst voelt het zich wanneer ouders hun rol van volwassene en gids op zich nemen. Ook moeten ze de juiste balans vinden tussen het kind vertrouwen geven en het de dingen zelf laten uitzoeken. Alles wordt een stuk makkelijker wanneer ouders op een lijn zitten en dezelfde prioriteiten stellen zodat ze een samenhangend verhaal voor het kind brengen.
Natuurlijk moeten ze ook weten waar het kind op school mee bezig is en daar belangstelling voor opbrengen. Dan wordt het mogelijk om een andere en speelse manier te bedenken om op de schoolse activiteiten in te gaan. Bijvoorbeeld door een boswandeling te maken en er te zoeken naar planten of dieren die het kind in de biologieles heeft bestudeerd, of door een taart te bakken en de breuken te oefenen.
Beter dan een donderpreek te houden over het belang van interesses, kunt u samen iets beleven en een belangstelling met het kind delen.
Frustratie
Maar het is natuurlijk niet altijd zo eenvoudig en dus moet het kind wennen aan zijn deel van de frustratie. Zoeken en een beetje wroeten zal haar/hem helpen te ervaren dat het veel kan bereiken, ook blijft een beetje risico altijd hangen. Het kind kan zich vergissen en anderen kunnen er om lachen, misschien begrijpt het de stof echt niet.
Om al die uitdagingen het hoofd te bieden, moet het kind voldoende zelfvertrouwen opbouwen omtrent zijn eigen intelligentie, zijn kennis en mogelijkheden en het vermogen om een beslissing te nemen. Ook moet het zichzelf vertrouwen dat het zijn werk zal kunnen beëindigen.
Wat zeker helpt om een veilig kader voor het kind te scheppen, is dat mama of papa beschikbaar is voor het geval het kind daaraan behoefte heeft, zonder alles in zijn plaats te willen doen. Want op die manier krijgt een kind nooit de kans het nodige zelfvertrouwen te ontwikkelen.
Demotivatie ligt evenwel op de loer en het euvel slaat steeds vaker en op jongere leeftijd toe, weten onderwijsdeskundigen. Een kind is gedemotiveerd als het na enkele weken zegt dat de juf of meester haar/hem ‘niet graag heeft’ en dat heeft voor gevolg dat hij van de leerkracht geen hulp accepteert. Het veel voorkomende buikpijnsymptoom in de ochtend wil zeggen dat hij zelf niet tevreden is over zijn resultaten. Hij vertrouwt zichzelf niet en kan niet geloven dat hij het tot een goed einde zal brengen. Ook wanneer hij niet over de school wenst te praten of weinig vriendjes heeft wijst dat erop dat hij geen zin heeft om te leren.
Voor jongens en meisjes in het secundair onderwijs hoeft u de druk niet op te voeren. Ze hebben echt wel door dat ze het werk voor zichzelf moeten doen, ook al heeft het er soms allerminst de schijn van. Beter is het ze ernstig te nemen en ze stukje bij beetje in de ‘volwassen’ wereld te introduceren.
Belangrijk is ook dat ouders proberen een goede relatie met de school op te bouwen, zodat ze met de leraren een gezamenlijk referentiepunt voor de jongere vormen. Allen samen moeten ze naar de jongen of het meisje achter de punten kijken, die vormen slechts een momentopname, terwijl de ontwikkeling van de puber tot medeburger van belang is.
[ad#ad3]