donderdag 28 oktober 2010 – (Marleen De Geest) – Als wereldwijd de balans wordt opgemaakt van de positie van vrouwen dan blijkt er stevige vooruitgang te zijn geboekt, aldus het VN rapport ‘World’s Women 2010′. Grote pijnpunten blijven de genderkloof in het publiek leven en het geweld tegen vrouwen.
[ad#ad1]
De Verenigde Naties vatten de situatie van vrouwen in cijfers in het rapport ‘World’s Women 2010′. De presentatie ervan werd zelfs door president Karzai in Afghanistan gevierd, zijn formele aanwezigheid betekent nochtans niet dat vrouwen in zijn land er goed voor staan.
In ieder geval boekten vrouwen wereldwijd vooruitgang op vlak van gezondheidszorg en onderwijs. De lagere school wordt nu door evenveel meisjes als jongens bezocht. Wat gezondheidszorg betreft blijft het in de Sub-Sahara landen nog steeds behelpen met een hoge moedersterfte voor gevolg. Ook koken vrouwen er op open vuren wat heel slecht uitpakt voor hun gezondheid.
Geweld tegen vrouwen blijft een groot probleem. Momenteel voeren bij ons de socialistische vrouwenverenigingen campagne tegen familiaal geweld. Amnesty International bracht uit dat in ons land een op vijf vrouwen in eigen huis slachtoffer is van gewelddaden. De campagne richt de focus op kinderen die getuigen zijn van het geweld en daardoor levenslang schade oplopen.
Ook de Verenigde Naties benadrukken hoe belangrijk het is om vrouwen en kinderen te helpen herstellen van gewelddaden en trauma’s die ze in oorlogen en bij natuurrampen oplopen. Met een voorbeeld: vijftien jaar na het vredesakkoord krijgen verkrachte vrouwen in Bosnië-Herzegovina nog slechts gebrekkige begeleiding.
En dan is er nog de schrijnende vaststelling dat in landen als China, India, Bangladesh en Pakistan meisjesbaby’s zomaar verdwijnen. In een wereldbevolking van zeven miljard mensen zijn er 57 miljoen meer mannen dan vrouwen, een onevenwicht dat zich in bovengenoemde landen concentreert.
Huishoudelijke sores
In ontwikkelde landen moet de genderkloof in een heel ander perspectief worden gezien. Daar gaat het bijvoorbeeld over de verdeling van huishoudelijke taken en de gevolgen op de ontwikkeling van vrouwenloopbanen.
Volgens de VN gaat het helemaal de goede kant op. De Verenigde Staten zijn naar een nagenoeg gelijke verdeling geëvolueerd. In Europese landen nemen zorg voor kinderen en huishoudelijke taken nog dagelijks vijf uur in beslag bij vrouwen en 2,5 uur bij mannen. En dat betekent niet dat mannen sneller werken dan vrouwen. In Zuid-Europese landen en Japan doen vrouwen trouwens nog drie à vier maal meer dan hun mannelijke partners.
Meisjes maken 51 procent uit van de studenten in het hoger onderwijs. Die verhouding moet nog worden weerspiegeld in de verhoudingen op de arbeidsmarkt waar vrouwen nog slechts zeventig tot negentig procent verdienen van het loon van de mannelijke collega’s.
Wat politieke mandaten betreft, telt de VN veertien vrouwelijke staatshoofden in 2009 en in 23 landen bereikten vrouwen een kritische massa of dertig procent in het parlement.
Waarnemers die een en ander met een ironisch oog volgen, merken trouwens op dat de VN geen absolute gelijkheid tussen vrouwen en mannen nastreven. Wereldwijd leven vrouwen langer dan mannen en niemand dringt erop aan die situatie gelijk te schakelen.
[ad#ad3]