woensdag 10 november 2010 – (Marleen De Geest) – Ga naar een filosofische lezing of cursus en het publiek is keurig en nagenoeg gelijk over vrouwen en mannen verdeeld en dat geldt waarschijnlijk ook voor de jonge filosofiestudenten. Vrouwen die filosofie doceren zijn dan weer witte raven.
[ad#ad1]
Filosofie wordt steeds populairder, vooral wanneer die de levensvragen behandelt. Maar filosofie kan niet anders dan uit balans zijn, precies omdat er een historische lacune is: de canon omvat geen mannelijke filosofen. Slechts in de twintigste eeuw maken vrouwen naam in het domein: Hannah Arendt, Simonne de Beauvoir en veel later Julia Kristeva, Martha Nüssbaum, Judith Butler.
Over filosofie wordt gezegd dat ze een blijvende verwondering vereist over waarom de dingen zijn zoals ze zijn of juist niet. Als dat zo is mag rustig gesteld worden dat vrouwen zich op een andere manier dan mannen verwonderen.
Zo is er nood aan meer vrouwelijke filosofen die hun kennis en zienswijze willen uitdragen.
Vrouwen laten zich vaak door de filosofie, of alleszins door bepaalde filosofen, inspireren bij wat ze doen, zonder zich daarom als filosofe te profileren. Dat heeft een historische reden meent de Britse filosofe dr. Angie Hobs. Plato vond dat vrouwen in staat waren om filosofie te bedrijven. Maar zijn leerling Aristoteles zat wel degelijk met een vooroordeel tegenover vrouwen opgezadeld. Vrouwen zouden wel over de capaciteiten om te redeneren beschikken maar hun emoties zaten hen dwars.
In de 17 de eeuw werd Aristoteles gedachtegoed minder dominant. Maar van dan af werd geoordeeld dat het vrouwen ‘niet stond’ om te filosoferen. Het was niet elegant en het schaadde hun schoonheid.
Vandaag lijkt dit onzinnig wat niet belet dat culturele stereotypen overeind blijven, aldus Hobs.
Een scherpe geest en een sluitende redenering worden nog steeds aan mannen toegedicht. Ook binnen departementen filosofie denkt men in termen van ‘harde’ en ‘zachte’ materie. Zo zou ethiek eerder zacht en dus vrouwelijk zijn maar logica zou een mannenverstand beter liggen.
Filosofen zullen de wereld niet verbeteren of zelfs maar veranderen. Maar ze kunnen wel analytisch en kritisch over gebeurtenissen nadenken en daarbij is het belangrijk dat vrouwen hun rol spelen, meent Hobs.
[ad#ad3]